Uitgangspunten

 

Uitgangspunten

De aanpak van TriUnity is gebaseerd op de onderstaande uitgangspunten.

Levensbrede aanpak

Ieder mens maakt deel uit van sociale systemen zoals het gezin, de familie, een schoolklas of een werkomgeving. Elk mens is ook onderdeel van grotere systemen zoals een onderwijssysteem of de maatschappij. Het functioneren wordt dus niet alleen bepaald door individuele mogelijkheden en beperkingen, maar ook door de reacties van – en interactie met – de omgeving. Zo hebben moeilijkheden in het aangaan van sociale interacties veel invloed op de mogelijkheden die iemand in zijn werk heeft.

Problemen die voortkomen uit autisme kunnen deels worden ondervangen door het vergroten van individuele competenties, maar ook de directe omgeving kan voorwaarden bieden die beperkingen verminderen en specifieke talenten versterken. Ondersteuning vanuit een levensbreed perspectief betekent dat er gedurende het hele leven van een persoon op elk moment een passende vorm en mate van ondersteuning geboden wordt. Hierbij staat de hulpvraag én de situatie van de persoon centraal.

De ondersteuning van TriUnity is daarom integraal over de gebieden wonen (inclusief zorg en vrije tijd), ontwikkelen en werken heen, waarbij de jongeren worden uitgedaagd om zelf oplossing te zoeken en zich optimaal te ontwikkelen met ondersteuning die nodig is. Onze levensbrede aanpak volgt het werkelijke leven van de jongeren, waarbij ook de levensfase van invloed kan zijn op de begeleidingsvraag. Daarbij is de omgeving van belang en worden ouders, collega’s, onderwijsprofessionals en zo nodig ook vrienden en buren toegerust om beter met de jongeren om te gaan. De kracht van onze aanpak zit in de samenhang. Onze aanpak en de oplossingen stoppen niet bij de grenzen van verschillende beleidsterreinen, financieringsstromen, gemeentegrenzen of instellingsvormen.

Uitdaging en grenzen verleggen.

Om jezelf te kunnen ontwikkelen is het nodig om uitdagingen aan te gaan en je grenzen te verleggen. Dit geldt voor iedereen, mensen met of zonder autisme. De wijze waarop je met grenzen en uitdagingen omgaat leidt tot een succes of tot falen.

Jongeren met autisme hebben in hun leven al vaak gehoord dat zij zaken niet kunnen en niet capabel zijn, dat zij slecht zijn in sociale interactie etc. Een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen is vaak een gevolg. Dit leidt dan juist tot gedrag dat falen tot gevolg heeft. Keer op keer worden ze herbevestigd in het negatieve beeld dat zij van zichzelf hebben.

Om uit deze negatieve spiraal te komen is het van belang inzichtelijk te krijgen waar de talenten van de jongeren zitten. Door te ondersteunen in deze zoektocht en hen te begeleiden in het leer-/ ontwikkelproces kunnen we het negatieve zelfbeeld omzetten. Focus op het uitzonderlijke talent is daarbij de sleutel om de spiraal te keren.

Door de deelnemende jongeren te ondersteunen bij het structureren en het onderverdelen in kleine stappen van zowel sociale, arbeids- als vaktechnische vaardigheden. Met daarbij de overtuiging en stimulerende werking van de omgeving, is de kans van slagen groot. Dit leidt tot een zelfbeeld waarin de overtuiging ontstaat bij zowel de jongere zelf als bij zijn omgeving dat het lukt om een taak succesvol af te ronden.

Self efficacy model

Het zelfvertrouwen wordt opgebouwd en de kennis en kunde in het specifieke vakgebied vergroten tot dat van een specialist – oftewel tot succes! Op basis van dit succes kunnen de deelnemende jongeren hun bijdrage leveren in de maatschappij en van specifiek belang zijn voor een organisatie of een opdrachtgever. Dit principe is gebaseerd op het Self-efficacy model (zoals hierboven weergegeven) waarin het proces tot succes wordt aangegeven.

De jongeren worden gedurende dit proces begeleid door loopbaancoaches die dit model ondersteunen en een grote betrokkenheid hebben op het gebied van Wonen, Ontwikkelen en Werken.

Focus op Positieve Gezondheid

Machteld Huber is in 2015 uitgeroepen tot de meest invloedrijke persoon in de publieke gezondheid. Zij definieert gezondheid als:

“Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.”

Dit nieuwe concept van gezondheid publiceerde Machteld Huber in 2011 in het tijdschrift British Medical Journal. Hubers concept positieve gezondheid gebruikt TriUnity als leidraad voor monitoring, analyse en aanpak van ieders persoonlijke ontwikkelplan.

Door regelmatige zelfmonitoring wordt inzicht verkregen in de versterkende en stabiele gebieden, maar ook in de gebieden waar extra ondersteuning gewenst is. Door dit in te zetten gaan we na of de ondersteuning in overeenstemming is met de feitelijke situatie en steeds aansluit bij de bestaande behoeften.

Een belangrijk aspect daarbij is dat deze monitoring zich niet alleen richt op de jongeren, maar ook kijkt naar diens omgeving en de direct betrokkenen, zoals ouders, leerkrachten, hulpverleners en werkgevers. De pijlers voor positieve gezondheid bieden een goed handvat voor monitoring en determinatie van de mogelijke hulpvraag bij de persoon en de direct betrokkenen.

Een tweede aspect van regelmatige zelfmonitoring is dat dit een goed beeld vormt van de individuele ontwikkeling in de loop van de tijd. Dit versterkt voor de jongeren het beeld dat ze hun eigen ontwikkeling doormaken, en geeft perspectief op volgende uitdagingen die kunnen worden aangegaan.

De ontwikkeling van de jongeren is gebaseerd op de uitgangspunten uit de vorige paragraaf. Zo is wonen, ontwikkelen en werken met elkaar verweven in onze aanpak.